Flexibel werken werd het eerst vermeld in het ‘Manifest for Agile Software Development’ uit 2001 en is vandaag veel meer dan een modewoord. Deze organisatorische en werkfilosofie is afgeleid van de digitale technologie en verschilt radicaal van de praktijken van de meeste traditionele bedrijven.Flexibiliteit is geen doel op zich. Hoewel veel bedrijven met succes flexibele processen hebben geïntroduceerd, hebben andere gefaald en zijn ze teruggekeerd naar vroegere structuren. Flexibel werken is geen oplossing als het niet past bij het bedrijf en geen verbeteringen oplevert. Bedrijven die flexibele methodes willen hanteren, moeten een grote culturele en organisatorische transitie ondergaan en hun kantoren aanpassen aan deze nieuwe werkprocessen.
In het midden van de jaren 60 bracht Vitra het Action Office op de markt, een systeem ontworpen door de ontwerpers Robert Probst en George Nelson. Hierdoor ontstond interesse voor ontwikkelingen in de werkwereld. Van 1991 tot 1993 ontwierpen de ontwerpers en denkers Andrea Branzi, Michele de Lucchi en Ettore Sottsass het Citizen Office-project op vraag van Vitra, dat werd gepresenteerd in de vorm van een alom geprezen tentoonstelling. De interieurontwerper Sevil Peach creëerde in 1999 het Network Office op de Vitra Campus.In 2006 lanceerde Vitra het concept Net ’n’ Nest om te communiceren en je even terug te trekken in open omgevingen en het Office of Options in 2012. Naast deze theoretische wortels steunt Vitra’s kennis op de ervaring die het heeft opgedaan met talloze kantoorprojecten voor klanten over de hele wereld. Flexibele bedrijven willen initiatief nemen en aanpasbaar en inclusief zijn. Dit moet tot uiting komen in de flexibiliteit van hun kantoren en meubels.